Feedervissen: Hoe meer vis te vangen
- Speecke-r
- 15 mei 2016
- 5 minuten om te lezen

We willen het natuurlijk stiekem allemaal…veel vis vangen! Bij voorkeur moeten de vissen dan ook nog van degelijke afmeting zijn, dat ze ons visserhart sneller zullenl doen kloppen na een geweldige dril. Tsja… aan die eerste wens kan ik denk ik aardig invulling geven, de laatste wordt wat lastiger, hier zal de geluksfactor ook een belangrijke rol in spelen vrees ik.
Op een rivier als de IJssel behoren grote vangsten meestal wel tot de mogelijkheden, dit in tegenstelling tot veel andere wateren. Door het eerder vermelde snelstromende karakter van deze rivier zullen de hier aanwezige vissen vaker op zoek moeten naar voedsel dan dat dit op een gemiddelde stilstaande vaart het geval is. Meer kans voor ons om ze te vangen denk ik dan.
Dit gegeven levert de riviervissers in mijn ogen een vangstvoordeel op ten opzichte van onze andere witvisbroeders. Het is niet mijn bedoeling met deze opmerking afbreuk te doen aan de witvisserij op andere watersystemen, het is alleen een simpele constatering dat we doorgaans meer visactiviteit ondervinden op de rivieren in ons land!
Is het jullie opgevallen dat de tot nu toe geplaatste artikelen uit deze reeks bol staan van de tips en trucs om ons te helpen meer vis te gaan vangen ? NIET???
Ok, dan volgen nu in chronologische volgorde ALLE tips en trucs uit deze reeks nog eens, dit om ze nog éénmaal in ons hoofd te prenten voordat we ten strijde trekken.
Stekkeuze
buitenbochten:
hardste stroming van de rivier
diepste stukken in de rivier (tussen 5 en 8 meter)
gebruik zware korven (tussen 80 en 140 gram)
vis ligt hier vaak dicht bij de kant (tussen 15 en 30 meter)
vangst zal hoofdzakelijk bestaan uit grotere, sterke vis en waarschijnlijk minder in aantal
binnenbochten:
stroming veel minder hard
ondiepe stukken in de rivier (tussen 2 en 5 meter)
gebruik lichtere korven (tussen 50 en 90 gram)
vis ligt meer verspreid (tussen 15 en 50 meter)
vangst zal hoofdzakelijk bestaan uit wat kleinere vis, maar aantallen vergoeden veel en vooral brasem houdt van deze stekken
strekdammen:
hardere stroming van de rivier
meer constante diepte (tussen 4 en 6 meter)
gebruik zware korven (tussen 80 en 140 gram)
vis ligt hier verspreid (tussen 20 en 45 meter)
vangst zal erg verschillend zijn maar grotere, sterke vis zal de hoofdmoot vormen, grote aantallen zijn hier ook goed mogelijk
Jaargetijden
Winter:
vis in de diepere riviergedeelten
vis tussen de kribben (tussen 15 en 25 meter)
wees voorzichtig met aas in het voer en aan de haak
Voorjaar:
vis in de ondiepere riviergedeelten (warmen sneller op)
vis op verschillende afstanden (tussen 20 en 50 meter)
geef wat meer aas met het voer mee, vooral casters, geldt ook voor op de haak
Zomer:
vis ligt overal, ’s morgens vaak ondieper, later in de hoofdstroom
vis op verschillende afstanden en ga actief op zoek, gebruik de (hele) rivier
geef maximaal aas met het voer mee, hang de haak goed vol
Najaar:
vis ligt nog overal, maar trekt zich langzaam terug naar dieper water
vis op verschillende afstanden en ga actief op zoek
doseer je aasaanbieding en kijk hoe de vis reageert, geldt ook voor op de haak
Materialen
Zitkisten/plateau’s/systemen:
zorg voor een degelijke en stabiele ondergrond
investeer in een goed systeem, kijk ook naar 2e-hands kwaliteitsmaterialen
zorg dat je al je spullen binnen handbereik heb, koop de juiste hulpstukken bij je systeem
Hengels:
gebouwd op een flexibele/parabolische blank, maar wel met ruggengraat
zorg voor verschillende hengels om de verschillende stekken optimaal te kunnen bevissen
lengte van de hengels moet liggen tussen de 3.9 en 4.5 meter
houd tijdens de dril de hengel hoog, vooral bij steile taluds
Molens:
kies voor lichte zeemolens of zware spinmolens, deze hebben een dikke as en zijn beter bestand tegen het continue werpen met zware korven
belangrijke eigenschappen: hoge inhaalsnelheid, diepe spoel, goed gelagerd
kies voor kwaliteit, dit betaalt zich op den duur uit!
Lijnen:
nylon: tot 35 meter afstand, zorgt voor rek, minder waterdruk
dyneema: vanaf 30 meter, geen rek dus altijd icm voorslag, goede beetindicatie
Montage:
houd het eenvoudig, gebruik een zelfhaaksysteem (bijv. lus-in-lusmontage)
gebruik een goed geleidende schuifwartels, minder weerstand bij een aanbeet
gebruik lange onderlijnen, gemiddeld 1 meter, min.60 cm, max.1.5 meter
verander de lengte van de onderlijn wanneer aanbeten niet/niet goed doorkomen
Korven:
vis bij voorkeur met ankerloze korven, deze ivm de natuurlijkere aasaanbieding
neem de korf exact zo zwaar dat deze langzaam over de bodem “loopt”, ongeacht het type korf
bepaal het gewicht en type voerkorf voor iedere te bevissen stek opnieuw
probeer altijd zo licht mogelijk te vissen naar gelang de omstandigheden
Haken:
moeten altijd scherp en sterk zijn en over een ruime haakbocht beschikken
vervang botte haken zo snel mogelijk, anders zul je vis gaan verspelen
bepaal de haakgrootte adhv de seizoenen, eetlust van de vis en de grootte van het aas
Voer & aas
Voer:
doe niet moeilijk met ingewikkelde voersamenstellingen, houd het eenvoudig
kant-en-klaarvoer is kwalitatief goed een heeft niet veel toevoegingen meer nodig
zorg voor zwaar/grof voer met een veel kleefkracht (TTX of andere maismelen toevoegen)
zeef het voer altijd een aantal keren nadat je het hebt bevochtigd
zorg dat het voer geen droge/zwevende delen meer bevat, maak het de avond voor de vissessie gereed
zorg dat je altijd vers voer gebruikt en vries voer dat je over hebt gelijk in
Flavours:
wees niet te zuinig met het gebruik van flavours, deze lokken van ver de vis naar je aas
in de warmere periode is zoet vaak goed, in de koudere periode doen kruidachtige additieven het vaak goed.
gooi af en toe een beetje extra flavour in je korf als booster, dit om de vis te activeren
goede flavours zijn: karamel, vanille, koriander, scopex en vele vloeibare mengsels (Sensas etc)
ga hiermee eens aan het experimenteren en houd de resultaten voor jezelf bij!
Maden:
allround aas, beweegt verleidelijk, selecteert vaak de wat kleinere vis uit maar vangt altijd
barbeel is gek op maden, wanneer je gericht op barbeel vist geef ze dan mee in het voer
Casters:
1 van de beste aassoorten in alle jaargetijden, selecteert hoofdzakelijk de grotere vis uit
altijd meegeven met iedere korf, zo maak je een perfect voerspoor
verzadigd de vis niet dus kan ongelimiteerd gebracht worden
Maïs:
vooral in de warmere periode een topaas, vangt overwegend grote vis
meegeven met iedere korf, maar hoeveelheid aanpassen aan de gretigheid van de vis
blijft in de buurt van de voerplek vanwege zijn gewicht
Wormen:
allround aas, beweegt onweerstaanbaar, vangt in alle jaargetijden
niet teveel meegeven in je korf, verzadigd de vis sneller
vooral brasem is er gek op dus op sommige plaatsen onverslaanbaar
Dit zijn in grote lijnen de tips die ik jullie nog een keer wilde meegeven
Comments